Aan U, mijn God wil ik mij geven,
vertrouw de Allerhoogste toe mijn hele leven.
Bewaard ben ik van al wat mij omringt,
daarom is 't dat mijn hart dit loflied zingt.

Niet overdag, niet in de nacht hoef ik te vluchten,
geen onheil doet mij tot de dood toe zuchten,
Al viel ook alles om mij weg,
Uw naam is 't die 'k vol vreugde zeg.

Bewaard door God mag ik blijven vertrouwen,
op goedheid en genade kan ik bouwen.
De eng'len dragen mij op handen,
door heel de wereld heen, tot in de verste landen.

Tot God riep ik en uit mijn nood
bevrijdde Hij mij en bewaarde voor de dood.
Frans den Harder