U hebt de blijdschap ons gegeven,
niet als de mensen, als een vlucht,
maar vol van troost en opgelucht
wilt U ons laten leven.

Ons hart verlangt zo naar geloven
en naar de stille zekerheid
dat U ons alle dagen leidt
met zegening van boven.

Kom dan in ons en vul ons met genâ,
laat ons de ware vreugde hopen
en daarmee door Uw wereld lopen.

Volg ons, ga onze aardse gangen na,
wij weten ons in U geborgen,
wij loven in de avond, in de morgen.