De hemel is zo ver bij ons vandaan.
Wij kunnen slechts verwonderd zijn
en voelen ons zo aards, zo klein.
Wij weten niet hoe ’t alles zal vergaan.

Zend U dan toch uw bode tot ons neer
en laat ons Uw nabijheid horen.
Wat is op aard’ ons nog beschoren
als u er niet meer bent als onze Heer.

‘Wees mij een kind dat leven heeft, geluk,
dat in zijn harte trouwe liefde kent
en zich in alles mij is toegewend.’
Zo klinkt Uw helder woord, dat breekt nooit stuk.

Wij vieren ’t feest, Hij is onze Koning
en gaat de hemel in, Zijn woning.

Bij Handelingen 1: 1-11