Wij hebben U niet meer gevonden
in ’s werelds tieren en geweld.
Wij wachtten U als onze held
toen tegenstanders ons verwondden.

Hebt U ons onze angst gelaten,
was U een onbekende God?
Was ons vertrouwen levend tot
wij zagen: U hebt ons verlaten?

U toont ons nu de palmen van Uw hand
waarin ons leven is beschreven,
’t wonder dat U bent gebleven.

Wij vinden U vandaag aan onze kant
en weten nu: U, Heer, verlaat ons niet.
’t Was kleingeloof dat U verliet.