Wij hebben ‘t wonder wel vernomen
maar delen niet wat vreugd’ en toekomst geeft.
Wij weten wel dat onze meester leeft;
Hij is ons nog niet in het hart gekomen.

U spreekt ons aan: ga and’re wegen
en volg Mijn voetspoor naar het Vaderhart;
ga op in Mij, wees niet in vrees verstard,
want Ik kom bij jou in. Ik kom je tegen.

U nodigt ons bij ’t vuur. Bij vis en brood
leggen wij neer wat ons zozeer verwondert.
U hebt ons in Uw liefde afgezonderd.

U toont Uw trouw, bent ons zo eind’loos groot.
Wij hoeven slechts te leven van Uw stem,
en juichen vol van vreugd’: ‘wij zijn van Hem’.

Bij Johannes 21:5