Met hartstocht wil ik met U spreken,
over de nood, de pijn en het verdriet,
want U, o God, vergeet toch niet
waar mijn verlangen zich laat wreken?

Waar is Uw stem als boze woorden klinken,
is mijn geloof niet kostbaar meer,
bent U voor mij nog wel de Heer
die mij niet in verdriet laat zinken?

U ziet mij aan, bent zeer nabij,
ik zie mijzelf weer in Uw ogen,
Uw woord heeft mij niet voorgelogen
dat U mij neemt, dicht aan Uw zij.

Uw ogen laten mijn geloof oplichten,
nooit hoef ik meer voor ongeloof te zwichten.

Bij Psalm 17:8