Wanneer w’ U zoeken met verlangen,
zullen we dan Uw stem herkennen
of moeten wij helaas bekennen
dat wij in angsten zijn gevangen.

Wanneer w’ in ’t duister van de nachten
en in de stormen van ’t bestaan
dreigen in angsten te vergaan,
wie zullen wij dan nog verwachten?

U komt tot ons, trotseert gevaren,
U wilt ons tooien met Uw naam,
U vraagt: vouw toch je handen saâm.

Wij zijn bezwaard, U wilt bewaren,
U geeft aan ons Uw trouwe hand
en brengt ons veilig in Uw land.

 Bij Matteüs 14:27