Weer niet gevraagd en niet verworven
sta ik hier leeg te staren in het niet,
met hoger pijn en armoe in ’t  verschiet,
totdat je horen zult: hij is gestorven.

Wil mij toch huren en genoeg betalen
opdat ik zinvol leven mag.
Neem m’ in Uw hand, nog even deze dag,
laat m’ in Uw gunst ’t hart ophalen.

Ik roep je nu, ik ben de Heer van ’t leven
en bied je loon zodat je leven kunt,
Mijn aandacht en Mijn liefd’ is jou gegund.

Kom dan en wil je aan Mij overgeven,
neem brood en wijn, laat je verzaden.
Ik voed je, kleed je met een zuiv’re wade.


Bij Matteüs 20: 6 en 7