laat ons, zwevende op gedachten
met vleugelen van liefde
de zwaartekracht verachten
die bindt aan wat niet geriefde

laat ons zingen zoals vogels
een lied van hoop en vreugde
om, onbewust van moord en kogels
te loven de kleine geneugten

laat ons willig doen de werken
die de Vader hier voor ons beoogt
gezegend gaan we dan ter kerke
in 't hart van een mens in nood

ons lichaam, dat onze ziel behuist
doe 't weten dat het eens wijken moet
dat als de aarde haar tot stof vergruist
zij ons dán pas waarlijk dansen doet