Zwaar was de gang,
niet te beschrijven.
Als mens zo bang.
'O, mag ik blijven?'

De nood zo groot.
'O Vader red!'
!De druppels rood
tijdens 't gebed.

Intens alleen.
'Kan ik dit aan?
Heer waar dan heen?
Ja, ik moet gaan.'

Gewillig lam
voor mij geslacht,
die op zich nam
en het volbracht.

Ik, mens zo klein,
zo zwak in kracht,
ik mag er zijn,
door U volbracht.

Nu zingt een lied
zo stil in mij.
Uw groot verdriet
maakt blij en vrij.