Heer Jezus ga met mij een straatje om.
Niet om de hond weer uit te laten,
Maar om eens met U te praten,
Over vragen waar ik mee kom.
 
Zo maar even, zij aan zij,
Heerlijk in de avondlucht.
De dagelijkse sleur ontvlucht.
Dat zou bijzonder zijn voor mij.
 
Ik zou U willen spreken over Golgotha.
Hoe zwaar dat is geweest.
Behandeld zijnde als een beest,
Na palmtak en hosannah.
 
Ik zou U vragen wat U heeft bezield
Om U te laten slachten,
Zelfs voor hen die U verachtten.
Het leek of niemand van U hield.
 
U had alleen maar goed gedaan.
Uw lammeren gehoed en ze genezen,
En hun vaak de les gelezen.
Maar veel te vroeg vàn ons gegaan.
 
U kon nog zoveel moois verrichten.
Zielen redden en hen troosten.
Vrede brengen in het Oosten.
De duistre wereld schoon verlichten.
 
Ik zou U vragen hoe het U vergaat.
Hoe het leven bij de Vader is,
En zeggen dat ik U vaak mis,
En hoe het met Uw terugkeer staat.
 
Vragen, waarom het gaat zoals het gaat.
Heel anders dan door U bedoeld.
De mensheid lijkt gehersenspoeld.
Zoekt niet meer Uw gelaat.
 
Ik zou U vragen om bescherming
Van Uw verdrukte kinderen.
Wil hun bange lot verhinderen.
Toon hun Uw ontferming.
 
Heer, het ommetje loopt uit, naar mijn idee.
Te lang is nog mijn lijst.
'k Heb al heel veel van Uw tijd geeist.
Ooit breng ik de rest wel mee.