Gebed

Met grote eerbied kom ik Heer
tot U, met diepst ontzag.
Heer Jezus, ik verblijd mij zeer,
dat 'k zomaar komen mag.
Op ieder uur, ja elk moment
weet 'k zeker Heer, dat U er bent
die al mijn nood en zorgen kent.
Bij U ben ik bekend.
 
O, leg Uw sterke hand op mij,
dat 'k in U rusten zal.
Dan weet ik mij beschermd en vrij
in U, mijn al in al!
Maak mij maar meer van U bewust.
Dat 'k vaker in Uw woorden rust,
op weg naar gindse hemelkust.
U bent mijn hoop, mijn lust.
 
Stil vouw 'k mijn handen en ik geef
mij over, aan uw trouw.
Ik weet, dat ik door U slechts leef
o God van wie ik hou!
U Heer, die heel Uw plan volbrengt.
die in Uw liefde mij gedenkt
en nooit, nee nooit mijn ziele krenkt,
die mij uw vrede schenkt.
 
Ik voel mij zo vaak stuntelig.
Mijn angst drijft mij in 't nauw.
De weg blijkt moeizaam, glibberig.
als ik Uw koers niet hou,
dan mist mijn voet en glijd ik af.
Dan lacht de dood en wenkt het graf.
Maar nee, als 'k in Uw ogen kijk
dan vat ik nieuwe moed!
 
Zo weet ik mij een drenkeling,
door U gered, bewaard.
Ik ben voorwaar geen enkeling.
Uw roep klinkt over de aard.
Zo voegt U al Uw kinderen saam,
U kent hun huis, hun hart, hun naam.
U hebt hun woning toebereid.
Daar is plaats genoeg bij U.
Eens, .... als het bidden is gedaan.
komt U nog dichter bij.
U zult Uw armen om mij slaan.
o God, dan draagt U mij!
Dan ben ik als het kleinste lam,
dat U ooit in Uw armen nam.
U draagt mij door de doods‑Jordaan
naar 't eeuwig veilig Thuis.