Geen rijkdom, geen armoede

Vader, wilt U mij geen rijkdom geven,
dan kan ik zonder U gaan leven,
als er veel geld op de rekening zal staan,
dan kan ik alles zelf wel aan.

Vader, wilt U mij geen armoede geven,
want zo kan en wil ik niet leven,
leven in een samenleving aan de onderkant,
en afhankelijk zijn wat ik krijg uit iemands hand.

Vader, wilt U zo iedere dag met mij wezen,
dat ik afhankelijk van U mag leven,
maar als de weg eens anders zal verlopen,
leer mij dan steeds op U te hopen.