Oude, dikwijls gesproken gebeden
treffen elkaar, als geliefde muziek,
vragende geesten, die volgzaam doch kwiek
eigen geloof sterkend willen kneden.

Stichtelijke woorden uit ver verleden
zijn gekoesterd, eerbiedwaardig antiek,
vol jong hart, waar bewondering en kritiek
omheen zweven met vorsende schreden.

Alle eng'len mogen de mensenspraak
tot de Hemelvader plechtig aanhoren.
Hebben zij niet des te blijer vermaak

bij het klinken der wilde, rauwe koren
van ruwe lieden, die eerlijk maar lukraak
door hun roepende smeking God bekoren?