'k Zat laatst weer eens na te denken
over 't kruis dat U moest dragen,
'k werd daardoor omringd door vragen,
van waarom ik nooit kan slagen
voor de toets ''vergeef een ander''
zoals U vergeving schenkt.
'k Wilde dat ik meer op U leek,
steeds en steeds maar weer vergeven,
lopen óver het verleden,
zonder achterom te kijken,
te ontwijken al die vragen, van:
Maar hij dan en zij daar?

Leer mij dan steeds weer te denken,
ook voor hen nam U het waar.
't Zware kruis dat U moest dragen,
was daar niet voor niets zo zwaar.
Want hoe kan ik anders zeggen,
dat ik in vergeving leef,
als ik zelf niet kan vergeven,
zoals U ook mij vergeeft?
Heer schep dan mijn hart zachtmoedig,
red mij van zelfzuchtigheid
opdat ik steeds meer ga leven,
naar Uw liefd' aan ons gewijd,

amen.