wanneer de storm
mijn leven binnendringt
de dijkconditie
en bewaking
niet op orde
verga ik
in een maalstroom
van gevoelens
een draaikolk
van gedachten
die mijn leven
dreigen te verstikken

één wanhoopskreet
is evenwel voldoende
Heer . . . help
zorg dat de vloed
niet stijgt boven mijn hoofd
mij naar de bodem trekt
verberg uw aangezicht
niet voor uw kind