Mijn eigenwijsheid,
mijn verzet tegen Uw leer,
mijn domheid en mijn strijd.
Uw wil geschiede, Heer !

Mijn zucht naar macht,
onvrede, keer op keer,
de zege, die ik verwacht.
Uw wil geschiede, Heer !

Mijn ongeremde woede,
of angsten, stoer of teer,
vragen naar Uw hoede.
Uw wil geschiede, Heer !

Mijn machteloze streven,
in ‘t goede, of verweer,
in sterven of bij leven.
Uw wil geschiede, Heer !

Mijn smeken om vrede,
hoor dat, telkens weer,
breng de mens tot rede.
Uw wil geschiede, Heer !

Mijn wensen, U bekend,
mijn streven naar steeds meer,
mijn beden, die ik tot U zend.
Uw wil geschiede, Heer !