Al bad ik Heer,
met hart en ziel,
mijn smekingen,
vol overgaven,
terwijl ik op mijn knieën viel,
toch bleef het stil,
ondanks mijn vragen.

Is mijn gebed,
vergeefs gedaan?
Heer,
ik begrijp toch niet,
Uw Zwijgen.
Heeft U mijn smarten,
niet verstaan?

Wilt U,
Uw Hart,
niet tot mij neigen?
Het is niet aan,
mijn kracht gelegen,
of aan mijn ijzersterk gemoed,
dat ik blijf bidden,
om Uw Zegen,
U bent het Heer,
Die mij steeds voedt.

U houdt mij vast,
juist als ik zwak ben,
al geeft U niet,
wat ik begeer,
toch blijft mijn hart
naar U verlangen,
‘k leg al mijn zorgen
bij U neer.

Want U zult ,
alle tranen wissen,
geen dood
zal er meer zijn,
geen rouw,
geen jammerklacht
en ook geen moeite
U heeft beloofd,
U bent getrouw!

Uw Liefde,
overstijgt
de grenzen,
van al wat ik zelf
voor ogen had.
mijn Hemels Loon,
bij U te leven,
verbleekt de wensen,
die ik bad.

Niets dat bestaat,
dat kan mij scheiden,
Heer van Uw Liefde
en Uw Trouw.
U blijft nabij
ook in mijn strijden,
U bent de Rots
waarop ik bouw!

(Efeze 2 vers 8)
(Romeinen 8 vers 35, 37 t/m 39.)
(Openbaringen 21 vers 4)