O God wat bent U groot,
U hebt dit nieuwe leven
doen groeien in de moederschoot,
het aan ons te leen gegeven.
 
Dit kindje is zo mooi en schoon.
We zijn U dankbaar voor dit wonder.
Het lijkt misschien zo heel gewoon.
Dit Godsgeschenk is heel bijzonder.
 
We keken er al lange tijd naar uit.
Het wachten hebt U rijk gezegend.
Vol bewogenheid hoorden we zijn geluid,
U hebt ons hiermee zo gul bejegend.
 
Nu mogen wij voor hem zorgen gaan.
Wilt U ons daarvoor de wijsheid geven?
Wilt U met uw liefde naast ons staan?
Zodat wij hem leren om voor U te leven.
 
Geef ons Heer een blijmoedig hart,
om van dit Godsgeschenk te houden.
De wereld om hem heen is vaak zo hard.
Bemoedig hem om uw hand vast te houden.
 
Uw hand waarin zijn naam gegraveerd mag staan.
Zo dat de wereld haar niet uit kan wissen.
Laat hem bij het groeien de juiste weg inslaan.
Opdat hij eens de hemelpoort niet zal missen.
 
.