Straks wordt een koningskind geboren
het komt de rust in het paleis verstoren
het wiegje staat reeds kant en klaar
doorweven met een gouden snaar.

met een dekje `O zo fijn
gemaakt van Hermelijn
En met een waterkruik van goud
krijgt het koningskind het nimmer koud

En lakentjes van damast
houden die warmte vast.
met zachte muziek omgeven
krijgt het kind een heerlijk leven.

Als het toch eens een prins zal zijn
dan komt over de wieg een blauwe baldakijn
een baldakijn met franje
voor het prinsje van Oranje.

Voor de deur staat een lakei
alleen de moeder komt daar voorbij
om het koningskind te voeden
het voor de aardse gevaren te behoeden.

Voor gevaren moet zij zijn beducht
voor haar nog ongeboren vrucht
De dwaze moeders kunnen haar verhalen
hoe despoten hun geliefde kinderen stalen.

Dolf de Jong
27 augustus 2005