Daar ben je dan, klein mensenkind.
We hebben lang naar je uitgekeken.
De Schepper heeft je zo mooi gemaakt.
Dat is ons al direct bij je komst gebleken.
 
Je verdient een liefdevol en veilig bestaan.
Wat we je van harte willen geven.
Je bent een waardevol mensenkind.
Een wonder van nieuw leven.
 
We genieten nu al van je, elke dag,
nadat God je aan ons toevertrouwde.
Hij formeerde jou in je moeders schoot.
Geen mens beseft hoeveel we van je houden.
 
Zijn Scheppers Geest blies jou de adem in.
Een bloem in knop begon reeds te ontluiken.
Je levensblaadjes openen zich één voor één.
Gods liefdesgeur is daardoorheen te ruiken.
 
Zo ontvouwt zich een leven naar zijn beeld.
Jij mag leven in een tuin van geluk en vrede.
En als het in je levenstuin te donker wordt.
Geeft Hij zijn helder licht als baken met je mede.
 
Laat dat licht maar schijnen door jouw leven heen,
om het wonder van de Schepper door te geven.
Hier op aard mag jij een stukje van de hemel zijn.
Om Gods liefde door je heen te laten leven.