Ik zit in de Ark van Noach
de hemelsluizen komen neer
erg en verschrikkelijk
het is noodweer
de boot slingert heen en weer
angstige dieren
mensen buiten de boot
ze huilen en schreeuwen
en klemmen zich vast
aan de boot
maar de Ark is te hoog
en helemaal dicht
ze kunnen niet mee
ze lachten om Noach
en verklaarden hem voor gek
nu moeten zij verdrinken
acht werden gered