Als God zegt: ge zult er aan sterven
en de slang zegt: maar dat is niet waar,
hoe kan men dat dan voor waar houden
menen dat men als koning zal gaan
als men het bij God gaat verderven,
en zie hoe het verder gaat aldaar:
wat ze hadden is niet behouden
het is allemaal teloor gegaan.

Hun relatie met God was er aan
hun heerlijkheid, van Hem gekregen
dat blinkend kleed, het was verdwenen,
als God zijn, was helemaal over;
toen ze Hem de Hof in hoorden gaan
om hen tot inkeer te bewegen
en aan hen gratie te verlenen
verborgen zij zich in het lover .

Adam en Eva, waar zijt ge nu;
om hen te helpen, zei Hij verder:
hebt ge soms van de vrucht gegeten
waar Ik had gezegd dat te mijden;
ja Heere, dat belijden wij U
wij dwaalden als schapen zonder herder;
maar daarvan wilden zij niets weten
God was de schuld, hoor wat zij zeiden:

“ De vrouw, die Gij me hebt gegeven “,
dat is de schuld bij God neerleggen
om zelf er onderuit te komen
het slangengif is hier te horen;
“ de slang bedroog mij in mijn leven”,
dat is wat ik hier nu wil zeggen;
gratie vragen, ’t is niet vernomen
wie zo zelf doet, gaat zo verloren.

Niet meer zijn in de Hof van Eden
niet meer zijn als in Jerusalem
niet meer bij de levensboom komen
niet meer een soort eng’lenkleed dragen
niet meer zijn in een eeuwig heden
niet meer trouw kunnen omgaan met Hem
niet meer wordt zo Zijn stem vernomen
niet meer hebben dan aardse dagen.

Adam , Eva, wat hebt ge gedaan
wat hebt ge aan ons nagelaten:
geërfde vijandschap tegen God
overlijden en veroordeling,
het is rechtmatig als ’t zo zou gaan;
wat wij deden, dat zal niet baten,
dat samen geeft geen positief slot:
wij bidden om begenadiging.

U zult alle dingen nieuw maken
wij zien met reikhalzend verlangen
uit naar die dag, de dag der dagen
waarop U in glorie zal komen
wegdoet wat Uw schepping kon raken
wegneemt dat wat ons houdt gevangen
wil onze vijandschap verjagen
wil doen zien de Hof onzer dromen.

Het paradijs, de Hof van Eden;
het gaat samen met Jerusalem
U bent daar naar Moria gegaan
Uw leven hebt U daar gegeven
voor vijanden van toen en heden,
het is volbracht, zo klonk daar Uw stem;
het paradijs zal weer open gaan
door U, Heer van het eeuwig leven.

bij: Genesis 3; Openbaring 21.