In mijn droom mocht ik een tuin betreden
waar bloemen en vlinders eeuwig zijn
toegankelijk door gouden poorten
omvat door heldere zonneschijn.
En tussen al die bloemen en bomen
zag ik wonderschone vogels vliegen
in kleuren schoner dan de regenboog
met zangen om alleen van te genieten.
En over de parelmoeren paden
gaan tuinlieden in blinkend wit
planten bloemen en zaaien zaden
zelfs rozen waar geen doorn aanzit.
Aan eind van het pad gekomen
zie ik een gouden altaar staan
toen werd mijn droom ontnomen
ik mocht nòg niet verder die tuin ingaan.
(Bijna) onwezenlijk
- Details
- Geschreven door: Scheer, Egbert Jan van der
- Categorie: Geloof, hoop en liefde
- Hits: 1802
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.