Wat mag ik me toch gelukkig prijzen.
Dat ik met alles op U kan wijzen.
In welke situatie we als gezin ook mogen zijn.
Ik mag altijd bij U komen, wat fijn.
U heeft altijd tijd om te luisteren.
Als ik met u praat mag ik zelfs fluisteren
U ziet en hoort mij altijd
U wilt dat ik mijn leven aan U wijd
Dank U Vader, wat bent U toch goed,
Dankzij U heb ik weer volle moed.
Want Uw bloed heeft mij ook vrij gemaakt,
Ik wil dat U elke dag en nacht over ons gezin waakt.
Wat is het toch bijzonder om U zo te kennen,
Ik zou zo naar U toe willen rennen.
U willen danken, voor alles wat U mij toch weer elke dag geeft.
En voor dat grote wonder, dat U uw Zoon gegeven heeft.

Dan zou ik willen danken voor al die goeie dingen,
Ik zou dan een lied voor U willen zingen.
Voor al die dingen die U mij dit leven gegeven heeft,
En voor het feit dat ik mag weten dat U in mij leeft.
Dank U voor alles dat U hebt gedaan.
Dank U Jezus, dat U voor mij naar het kruis bent gegaan.
Woorden schieten tekort, en tranen zijn te nat.
Maar ik ben U eeuwig dankbaar, want U heeft mijn hand gevat.
Ik zie uit naar die ene dag,
Die dag dat ook ik U begroeten mag.
Het zal een hele bijzondere ontmoeting zijn.
Een hele aparte ontmoeting, maar toch heel fijn.
Bitja Doornenbal-Huinink