De biecht van een jokkebrok

Pantoum

Ik beken U, Heer, dat ik als kind de biecht verfoeide,
ik zat op een dorpsschool bij de nonnen,
nog zie ik het duistere biechthok voor me,
met de hele klas moesten we donderdags biechten.

Ik zat op een dorpsschool bij de nonnen,
ze zeiden dat kinderen altijd wel iets hadden op te biechten.
Met de hele klas moesten we donderdags biechten,
wat je schoorvoetend deed, vaak had je niets stouts gedaan. *

Ze zeiden dat kinderen altijd wel iets hadden op te biechten,
voor straf kreeg je 20 Onze Vaders en 20 Wees Gegroetjes,
wat je schoorvoetend deed, vaak had je niets stouts gedaan.

Ik hoor nog zeggen: "Kom, kom, elk kind heeft streken !",
voor straf kreeg je 20 Onze Vaders en 20 Wees Gegroetjes,
voor minder strafgebedjes moest je 'schuld' bekennen.

Ik hoor nog zeggen: "Kom, kom, elk kind heeft streken !",
daar was het, dat je maar jokte dat je gejokt had,
voor minder strafgebedjes moest je 'schuld' bekennen.

Nog zie ik het duistere biechthok voor me,
daar was het, dat je maar jokte dat je gejokt had.

Ik beken U, Heer, dat ik als kind de biecht verfoeide.


* De 'stoute' familie Okken : brokken (maken), 'gokken doet dokken', jokken, knokken, (zich laten) lokken,
   mokken (bokken, wrokken), schrokken (slokken).