De nachtegaal zingt

een late zomeravond – een open raam
' n zoete jasmijngeur stroomt naar binnen
in het bos is de nachtegaal aan ’t zingen
hij zingt en zingt : gezegend is Zijn naam!
 
Hij die zijn lied schiep en de rode rozen
kan er nog iets  mooiers op de aarde zijn
die alle harten laat bloeien en  blozen
en daarin klopt telkens zijn lokkend refrein
 
zijn lied is een hymne aan  het  paradijs
dat hij naar ‘n blauwe hemel blijft sturen
aan een liefde die nooit dooft of vergrijst
maar eeuwig in haar schoonheid zal duren!