Rolstoel met te lege banden
en een vale blauwe kleur,
aangekoekte chromen randen
en een penetrante geur.
Rolstoel waarin hij zijn dagen
slijt als zware levensplicht.
Rolstoel die een man moet dragen
in een wankel evenwicht.

Hij kan haast niet meer bewegen,
het ontbreekt die man aan kracht.
Dus zijn rolstoel is een zegen
als hij ergens wordt gebracht.
Maar ook dat gebeurt maar zelden,
hij moet schikken in zijn lot.
Dan kun je hem horen schelden
in zijn onmacht, boos op God.

En zijn rolstoel zal slechts rijden
van de tafel naar zijn bed
en soms op gezette tijden,
rijdt de stoel naar het toilet.
Naar de wasbak om te wassen,
altijd één keer 's ochtends vroeg
En soms als hij erg moet plassen
komt de hulp niet vlug genoeg.

Hoe lang zal dit moeten duren
o, de zusters zijn best lief
Maar tussen verpleeghuismuren
wordt hij vrees'lijk depressief.
Tot een stem zegt: 'Wil je opstaan,
pak Mijn hand, ga mee op reis
Zonder rolstoel, Ik zal voorgaan
naar het hemels paradijs'.

Rolstoel met te zachte banden
en een vale blauwe kleur
aangekoekte chromen randen
en een penetrante geur.
Stoel; versleten, afgeschreven
niets meer waard, rijp voor de sloop
rijdt een man naar 't eeuwig leven.
naar de startplaats van de hoop.