Je kunt het langzaam zien gebeuren,
dat zomerzon ons stil verlaat.
De bladeren die dan verkleuren
en straks gaan vallen op de straat.
De zon gaat nu ook minder schijnen,
de wind gaat door de wolken jagen.
En al wat bloeit zal stil verdwijnen,
en korter worden al de dagen.

't Is herfst, we moeten er aan wennen
dat alle blaadjes vallen gaan.
En aan ons zelf dan stil bekennen:
'De zomerzon, het is gedaan.'
't Is als ons aller mensenleven:
'Van zomerzon tot wintertijd.
Van groeien, bloeien en beleven.
En dan ook: 'Alle blaadjes kwijt.'

Maar in de kale takken wachten
de knoppen op de eerste lentelach.
Dat zal de toekomst dan verzachten
omdat Gods tuin eens bloeien mag.
Het zonlicht zal voor eeuwig schijnen.
God zelf is dan het lentelicht.
Herfst en winter zullen dan verdwijnen.
'Wij leven met Gods zomer in het zicht.'