gelouterd en gezuiverd
tot een luisteren, vertrouwend
op Uw ene Naam.
Gelijk de adelaar
zijn jong, dat tracht te vliegen,
op zijn wieken steeds weer opvangt,
veilig houdt bewaard;
zo aan elkaar gewaagd
zijn wij nu allerwegen.
Zo genegen toch, dat Gij mij
in uw liefde draagt.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.