Ik ben te vinden voor hen die Mij niet zochten
en die naar Mij niet vroegen, heb Ik gevonden,
en nu behoren ze tot Mijn vrijgekochten
Ik maak ze vrij van en vergeef al hun zonden.

Ik heb Mijn beide armen naar hen uitgebreid
Ik zal die Ik heb opgezocht niets doen derven
Ik breng de kind’ren van Jacob tot heerlijkheid
Juda zal de bergen in Mijn land beërven.

Hen heb Ik verkoren, hen zal Ik verblijden
en zij die Mij liefhebben, zullen er wonen
in Mijn gunst en gratie, en er hun vee weiden.

Saron zal hen tot een weide voor schapen zijn
Achor’s dal zal zich een oord van rund’ren tonen,
gij volk dat Mij zoekt en die Ik vind: ge zijt Mijn.

bij Jesaja 65 : 1 en 2, 8 - 10.