heimwee
sterk verlangen
in elk mensenhart
naar dat
wat betrouwbaar
waardevol is
in het leven

maar ook
latent verlangen
naar het hart van God
diep verborgen
in elke sterveling
als parel
van onschatbare waarde

als in een droom
mag ik een kijkje nemen
in de hemel
plaats waar de troon
van God staat
naast Hem
de Mensenzoon

Hij heeft mij liefgehad
losgemaakt
uit de macht
van onwaarheid
en genadeloosheid
zijn leven afgelegd
voor mijn onvolmaaktheid

Hij is daar
stralend middelpunt
Koning in eeuwigheid
verbazingwekkend
die activiteit daar
legioenen dienstknechten
van de Allerhoogste

ze vliegen af en aan
om Hem te dienen
zijn opdrachten
uit te voeren
stervelingen
bij te staan
op aarde

in schitterende glans
witter dan sneeuw
zit Hij op de troon
zijn armen
naar mij uitgestrekt
herken ik de wonden
van het kruis

ervaar ik
de onvoostelbaar
diepe eenheid
met zijn Vader
voel ik de schreeuw
van verlatenheid
op het kruis

Vader . . .
zegt Hij
dit is een
van de mensenkinderen
waar Ik U van vertelde
een van de bouwstenen
van mijn Koninkrijk

en stralend
slaat de Vader
zijn armen om mij heen
wat ben Ik blij
mijn kind
jou te ontmoeten
wees welkom

Hij toont
wat in geen mensenhart
is opgekomen
de nieuwe woningen
gereedgemaakt
voor allen
die de Zoon vertrouwen

Hij sprak ervan
toen Hij op aarde was
wees niet bang
geloof in Mij
in het huis van mijn Vader
is ruimte
voor velen

ik weet . . .
eens op een dag
die Hij kent
in handen heeft
zal Hij
de opdracht geven
mij thuis te brengen