Ik heb gezocht naar dat land
waar wij gouden kronen dragen
straten geplaveid met diamant
ivoren zuilen kantelen dragen.
 
Geen land met zo’n rijkdom
geen stad met zoveel pracht
dan slechts in hemels heiligdom
waar God troont in macht.
 
Daar zie ik dat rijkdom bestaat
en aardse goed vergank’lijk is
want in aanschijn van Zijn gelaat
voel ik daaraan geen gemis.
 
Eens zal ik komen in dat land
waar ik liefde en warmte vind
meegevoerd aan vaste hand
van een eeuwig trouwe vrind.