had geen deur waar ik kon binnen komen
het had geen muren en geen dak
en toch was er 't gevoel of ik er alles had.
Het was een huis van liefde en genegenheid
gedekt met de mantel der geborgenheid
er straalde veel warmte en veel licht
het had een ziel en geen aanzicht.
Je kon er binnen zonder bellen
'k had zoveel vrienden, niet te tellen
en iedereen die kwam, die had geen haast
allen kregen zij er de beste plaats!
Er was geen poort, wel een lange oprijlaan
zo kon iedereen altijd komen of weer gaan
en allen brachten zij een goede boodschap mede
die zich verspreidde van geloof, liefde en van vrede.
Men dronk er kroezen wijn en at van 't wonderbrood
doch een vreemde heer die het al aanbood
Hijzelf bewoonde nooit een huis, sliep ooit in een stal...
Het huis staat niet ergens, maar in liefde overal!
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.