Ik kom tot U met lege handen
en met een hart vol schuld.
Ik deed zo vaak Uw toorn ontbranden
en nog hebt gij geduld.

Veel ben ik van U weg gezworven
en vaak deed ik mijn eigen wil.
O God mijn hart is zo verdorven.
Uw liefde maakt mij stil.

Zo dikwijls was ik aan het dolen,
zo ver heb ik van U geleefd.
Ik deed zoveel kwaad, meestal verstolen
en, Vader, Gij vergeeft.

Gij slaat mij weer in liefde gade,
Gij ziet mij weer in Christus aan.
Het kruis, het kruis van Uw genade,
blijft eeuwig aan mijn einder staan.
 

Anton B. Lam