in onze taak verbinden goedhartig te zijn;
ook al verdienen wij nu een nieuwe morgen,
want het jonge leven in al zijn ervaringen
zo nieuw, vullen ons met goede moed.
Want de oorsprong van de dingen
Die ons van binnen doet zingen,
geeft ons aan medelevend te zijn
en hierin ons te bestemmen
een goede medemens te zijn.
Want het karakter van ieders wezen
zal ook hierna in een volgend leven
geoordeeld worden op zijn daden,
wat wij zoal ter harte namen.
In al onze bewustzijn schoongemaakt;
wij overwinnen onze gevallen aard;
van eenheid in ons doen en laten,
Gods gesprek met ons
Zijn beginsel te beleven,
de weg om onze onwetendheid te overwinnen,
Zijn koninkrijk der hemelen
in onszelf te beginnen
en naar de vereniging van onze
geest en lichaam te blijven streven.