naar een volk dat geen voordeel brengt, geen tijd
waar leeuwen, adders en vliegende draken huizen
waar ezelsruggen hun vermogen torsen,
kamelenbulten hun schatten,
zandwolken aan de horizon suizen
dat tegen zieners zegt:
gij zult niet zien
en tot de schouwers: schouw de waarheid niet,
enkel begoochelingen die aangenaam zijn,
wijk van de weg, buig het pad, verdraai het recht
de pottenbakkerskruik wordt gebroken,
meedogenloos vergruizeld
zodat men geen scherf vindt
om vuur uit de haard te nemen
of water uit de vijver te scheppen
of zweren te krabben bij een kind
zie, een verre naam komt
zijn tong als een verterend vuur
zijn adem een overstromende beek
die tot de hals reikt om te schudden
in het oordeelsuur
door de zeef van verderf,
terwijl een bit dat doet dwalen
tussen de kaken van natiën en vreemde talen
dan zal het licht van de blanke maan
als een gloeiende zon zevenvoudig zijn
over een stoffige karavaan
en zullen liederen klinken in de nacht
en een fluit voortschrijden op de berg
elke slag zal worden toegebracht
met tamboerijn- en citerspel
zal men juichend gaan
dan wordt de breuk van een volk verbonden
en genezen toegebrachte wonden
in het licht van de blanke maan
(naar Jesaja 30)
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.