Met niets zijn we gekomen
met niets zullen we gaan
 
hoezo, ruisen de stromen
een koele wind blaast aan:
door God ben je gekomen
en met Hem mag je gaan
je mag zelfs bij Hem wonen
 
hij wakkert nog iets aan:
heb je genoten, wil hij weten
van alle gaven die je kreeg
wat vond je 't fijn ervan te delen
ik luister en beweeg
 
geen dag heb ik niet kunnen eten
en altijd ging ik goed gekleed
nooit zal ik dit gesprek vergeten
ik dank U Vader dat ik leef!


Gedachten bij 1 Timotheüs 6 : 6 - 11