Licht van Vreugde (1), Licht van Liefde (2), Licht van Vrede (3)


Een tederheid gevoelt zich onvermoed,
een zweem van zachtheid, lichte liefkozing,
gelijk een liefdevolle aanraking,
dat 't hart beroert, als 'n tere snaar dat doet.

Verlicht gemoed, gevoelens o zo zoet,
beschenen door een Licht van leniging,
verschoning van het hart, een reiniging,
waar haat en wrok op slag zijn uitgewoed.

Het hart, het wezen, vult zich langzaamaan
met helend Licht zo zacht, doch sterk in kracht,
Zijn Liefdelicht dat aanraakt elk bestaan.

Zo blijft Hij overdragen dag en nacht
Zijn Liefde, Wereldlicht voor eeuwig "aan",
in harten nog onwetend van Zijn pracht.


1 Joh.4:8  Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is Liefde