Nog loop ik dikwijls door die laan,
al is het nu slechts in gedachten,
waar wij kind’ren speelden en lachten
als oud’ren nu door ’t licht te gaan
aan ’t eind de kroon op ’t leven verwachten.

En door ’t zachte licht door de kruinen
beschenen door de magere herfstzon
weet ik te komen bij die schone tuinen
zo stralend als waar eens de aard begon
waar liederen klinken met harp en bazuinen.

Daar straalt een gouden zee aan zilveren stranden
daar heerst geluk en liefde en enkel vree
daar zal ons levensschip eens veilig stranden
Hijzelf voert ons met Zijn stroming mee.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment