Als een uitgeknepen 
pak yoghurt
hang je vaak
slap 
boven de gootsteen
brak ook.
 
Je hart
gevuld met
misselijkmakende
leegte
en heftig kolkend
schuldgevoel.
 
Het troostrijk vocht
is maar een
smal stroompje 
vrede
gebleken:
 
De kater.
 
“Zoek je mij soms?”
vraagt God
Ik ben dichterbij
dan die fles
je hoeft je hand
niet eens uit te steken…
 
Fluister slechts 
mijn naam:
“Jezus Christus”:
 
Levend water.