Zo vaak gesproken
Zo veel gedaan
Muren verbroken
En toch niet verstaan

Zo veel geweten
Zo vaak geloofd
Boeken versleten
Mezelf uitgesloofd

Alles gegeven
Het lichaam verbrand
Gerechtigheid weven
Ik hield slechts stand

Een klinkend metaal
Een luidende schel
Zo klonk mijn verhaal
Nu hoor ik het wel

De liefde gemist
Maar bergen verzet?
Dan toch me vergist
Het was slechts een wet

Zonder de liefde
Ben ik ook echt niets
Was ik het die griefde
En word ik nooit iets

De liefde
is geduldig
en vriendelijk
is niet jaloers
en zoekt zichzelf niet

Zij word niet bitter
en denkt geen kwaad
De waarheid steeds witter
Die nooit meer vergaat

Bedekt alle dingen
Gelooft daar ook bij
De hoop die doet zingen
Verdraagt en maakt vrij!

O Heer’, dat ‘k niet langer
Mezelf leven moet
Uw liefde maakt zwanger
Baart liefde hoe zoet.