Ik heb een grote Broer,
misschien heb jij er ook wel één,
Hij is niet zoals iedereen,
Hij is niet groot en stoer.
 
Ik kan altijd op Hem vertrouwen,
Hij wil overal met mij heengaan,
ik kan altijd op Hem aan,
op deze broer kun je bouwen.
 
Hij heeft op deze aarde geleefd,
Hij is voor mij gestorven,
en voor mij het leven verworven,
omdat Hij om mij geeft.
 
Hij is nu naar de hemel gegaan,
ik mag Hem steeds weer vragen:
“Wilt Gij met mij gaan alle dagen,
met U kan ik alles aan”.
 
Ik weet dat Hij mij altijd ziet,
ook de zonden in mijn leven,
Hij wil ze steeds weer vergeven,
al begrijp ik dit vaak niet.
 
Eenmaal zal het anders zijn,
daar zal alles goed wezen,
dan mag ik daar verder leven,
daar is geen verdriet en pijn.
 
Maar zover is het nog niet,
ik mag hier nog op aarde leven,
maar dat is dan maar even,
met al het mooie in het verschiet.
 
Eenmaal kom ik in de hemel aan,
daar zal ik mijn Broer ontmoeten,
Hij zal mij daar begroeten,
en zullen samen tot de Vader gaan.