Van het slijk der aarde maakte God de man.
Hij blies in zijn neusgaten, zodat de adem en het leven in hem kwam.
Een park bij de rivier, daar was zijn thuis en was hij volmaakt en blij.
Maar God zei: "Het is niet goed dat de mens alleen zij."
God die de vogels in de lucht en de beesten op het land gemaakt heeft,
Riep ze allemaal om langs de man te gaan die hen de namen geeft.
Adam gaf ze namen naar hun aard en vergat er geen.
Maar aan het eind stond hij tussen hen alleen.
Dus legde God een diepe slaap op Adam neer.
Voordat een rib van hem genomen werd door de Heer.
"Het is niet goed dat de mens alleen zij", sprak God.
En daarom bouwde Hij een levende vrouw uit het bot.
"Het is niet goed dat de mens alleen zij."
Er is te veel te delen. Het is goed te leven met een vrouw nabij.
Ze is niet als een vriend of vriendin, want ze is dichterbij.
"Het is niet goed dat de mens alleen zij."
Toen God haar bracht tot de man, volgens Zijn plan,
Zei Adam: "Manninne zal je heten, want je bent genomen uit de man.
Zij is been uit mijn benen en vlees uit mijn vlees. "
Het was Adam, en ook de vrouw, die verheerlijkte en prees.
"Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten."
Hij zal alles in eerste plaats met zijn vrouw beleven en bepraten.
"Daarom zal een man zijn vrouw aankleven."
Het is niet goed voor de mens om alleen te leven.
"Het is niet goed dat de mens alleen zij."
Er is te veel te delen. Het is goed te leven met een vrouw nabij.
Ze is niet als een vriend of vriendin, want ze is dichterbij.
"Het is niet goed dat de mens alleen zij."
Ook al zijn vrouw en man nu bij elkaar in goede tijden en in bekommernissen.
Als zij de wedergeboorte en genade van God moeten missen,
Dan is de mens toch alleen en niet oprecht, vrolijk en blij.
"Het is niet goed dat de mens alleen zij."
Daarom is de Zoon gekomen en heeft de vloek van de wet ontbonden.
Door te lijden en te sterven voor onze zonden.
Dan is een mens volkomen oprecht, vrolijk en blij.
"Het is niet goed dat de mens alleen zij."
Hij blies in zijn neusgaten, zodat de adem en het leven in hem kwam.
Een park bij de rivier, daar was zijn thuis en was hij volmaakt en blij.
Maar God zei: "Het is niet goed dat de mens alleen zij."
God die de vogels in de lucht en de beesten op het land gemaakt heeft,
Riep ze allemaal om langs de man te gaan die hen de namen geeft.
Adam gaf ze namen naar hun aard en vergat er geen.
Maar aan het eind stond hij tussen hen alleen.
Dus legde God een diepe slaap op Adam neer.
Voordat een rib van hem genomen werd door de Heer.
"Het is niet goed dat de mens alleen zij", sprak God.
En daarom bouwde Hij een levende vrouw uit het bot.
"Het is niet goed dat de mens alleen zij."
Er is te veel te delen. Het is goed te leven met een vrouw nabij.
Ze is niet als een vriend of vriendin, want ze is dichterbij.
"Het is niet goed dat de mens alleen zij."
Toen God haar bracht tot de man, volgens Zijn plan,
Zei Adam: "Manninne zal je heten, want je bent genomen uit de man.
Zij is been uit mijn benen en vlees uit mijn vlees. "
Het was Adam, en ook de vrouw, die verheerlijkte en prees.
"Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten."
Hij zal alles in eerste plaats met zijn vrouw beleven en bepraten.
"Daarom zal een man zijn vrouw aankleven."
Het is niet goed voor de mens om alleen te leven.
"Het is niet goed dat de mens alleen zij."
Er is te veel te delen. Het is goed te leven met een vrouw nabij.
Ze is niet als een vriend of vriendin, want ze is dichterbij.
"Het is niet goed dat de mens alleen zij."
Ook al zijn vrouw en man nu bij elkaar in goede tijden en in bekommernissen.
Als zij de wedergeboorte en genade van God moeten missen,
Dan is de mens toch alleen en niet oprecht, vrolijk en blij.
"Het is niet goed dat de mens alleen zij."
Daarom is de Zoon gekomen en heeft de vloek van de wet ontbonden.
Door te lijden en te sterven voor onze zonden.
Dan is een mens volkomen oprecht, vrolijk en blij.
"Het is niet goed dat de mens alleen zij."
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.