Uw licht laat mij mijn schaduwen zien,
maar ik schrik of schaam mij niet. Ik knik,
koester mij opgelucht in uw gloed,
haal diep adem. Alles staat te kijk.
De kamer loopt vol met helderheid.
Uit alle hoeken wuift de morgen
naar mij toe. Ik durf opnieuw te hurken,
streel met mijn vingers de harde vloer.
Waarom raakt u nóg niet moe van mij?
Zo vaak eerder hebt u mij met licht
doorstroomd. Telkens gleed het uit mij weg.
Ik dorst u niets meer te beloven.
Nu komt uw licht wéér over mij.
Het klimt tegen mij op zoals een kind
dat spelen wil, weerloos jong, brutaal.
Uw licht zit lachend op mijn schouders.
maar ik schrik of schaam mij niet. Ik knik,
koester mij opgelucht in uw gloed,
haal diep adem. Alles staat te kijk.
De kamer loopt vol met helderheid.
Uit alle hoeken wuift de morgen
naar mij toe. Ik durf opnieuw te hurken,
streel met mijn vingers de harde vloer.
Waarom raakt u nóg niet moe van mij?
Zo vaak eerder hebt u mij met licht
doorstroomd. Telkens gleed het uit mij weg.
Ik dorst u niets meer te beloven.
Nu komt uw licht wéér over mij.
Het klimt tegen mij op zoals een kind
dat spelen wil, weerloos jong, brutaal.
Uw licht zit lachend op mijn schouders.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.