Wij staan op de bres in het holst van de nacht
en wat ons beweegt? Jezus liefde, Zijn kracht.
Wij wenen Zijn tranen. Het treft ons zo diep
ons land heeft vergeten, waarom God het schiep.
Wij zien om ons heen de vervlakking en rouw,
dit volk gaat alleen. ’t Wordt gedreven in ’t nauw.
Het klemt zich vol angsten aan gruwel en haat
omdat het de stem van zijn God niet verstaat.
Wij staan op de bres. Ons parool: Bidt en waakt
in ’t hemels gewest, want juist daar ligt de taak.
De Naam “Jezus Christus” brengt glorie en eer
zó vellen wij legers van satan terneer.
Wij staan op de bres. O, wij zijn niet alleen.
Gods hemelse legers zijn steeds om ons heen
door een Geest gedreven, die schraagt en die bindt.
Hij brengt ons Nieuw Leven. Wie meestrijdt, die wint.