Wat hebben wij in al die jaren
aan overwinningskracht bereikt,
waardoor de spraak die wij vertolken
iets meer op die van Hem gelijkt,
die door Zijn goddelijke wijsheid
ons tot een lichtend voorbeeld was,
zodat een elk die Hem aanschouwde,
de liefde uit Zijn ogen las?
 
Is het geduld iets toegenomen,
kreeg ons geloof een vaste grond?
Was het een onbaatzuchtig dienen,
dat bij ons hart een ingang vond
en konden anderen ontdekken,
dat ook door ons God vrede bracht,
Zijn onvoorwaardelijke liefde,
waarop het ganse mensdom wacht?
 
Wat hebben wij in al die jaren
met Jezus’ beeltenis gedaan
en kreeg de nieuwe mens gestalte,
door met Zijn kracht de weg te gaan?
Dan wordt de hemel in ons zichtbaar
en glimlacht God ons tegemoet.
Dan zegt Hij:”Kind, Ik zie je groeien,
ga zo maar door, dan komt het goed!”