Ik heb ingezien, zegt Prediker
dat al wat God doet voor eeuwig is
daar kan een mens niets meer aan toedoen
er aan afdoen gaat niet minder mis.

De Schriften zeggen dat God het doet
opdat men de Heere zou vrezen
hetgeen wil zeggen dat wij vol eer
en achting voor Hem mogen wezen.

Het gaat hier om de behoudenis
die de Heere aan ons wil geven
die Hij van eeuwigheid heeft bereid.

Hij zoekt, wat als verloren wegglijdt,
Zijn vrije gunst, die doet ons leven
nu al wat God doet, voor eeuwig is.

bij Prediker 3 : 14 en 15.