Ergens stroomt een beek
in mij van ’t zuiverst water
als fluisterende woordenzang
zacht ruisend door wouden
glanzend in zonneschijn

of bruisend tussen de bergen
klaterend door waterval
alsof het angsten wil verbergen
tot rust weer komend
in het vlakke dal

die beek is mijn zekerheid
waar langs ik mijn wegen leef
keuzes maak over eigen baan
tussen veilige oever vanuit één bron
naar vrede en vriendschap streef.