U bent mijn Herder, U die ik bemin,
mijn hart dat U wil volgen Heer.
Uw stem hoor ik, die mij bekoord,
zodra het morgenlicht weer gloort.

Met U leven tot in eeuwigheid,
het leven dat mijn hart verblijdt.
U heb ik lief, daarom roep ik U aan,
aan Uw hand wil ik verder gaan.

U heb ik lief, daarvan wil ik getuigen,
U bent mijn Brood dat honger stilt,
Uw Bloed, dat mij gereinigd heeft,
die mij het ware echte leven geeft.